05 De ronde van Gallië

In het legerkamp Petitbonum van de Romeinen komt een belangrijk persoon rechtstreeks uit Romen. Hij heeft van Caesar de opdracht gekregen om het Gallische dorpje van onze vrienden te bezetten. Volgens deze boodschapper van Caesar kan dat niet zo lastig zijn, maar de soldaten weten wel beter. Zij blijven liever gezond.

Asterix en Obelix zijn in het bos op zoek naar everzwijnen als ze de Romeinen onder aanvoering van Lucius Otobus Anders, de man van Caesar, tegen komen. Asterix besluit terug te gaan naar het kamp om het aan de rest te vertellen, zodat zij ook een beetje lol kunnen beleven. De Romeinen leveren natuurlijk geen enkele tegenstand tegen de wilde Galliërs en trekken zich al snel terug. Het nieuwe plan van de Romeinen is om de Galliërs te isoleren, dus bouwen ze een enorme muur om het dorp heen. Als Asterix hier achter komt wordt hij boos en sluit hij een weddenschap met Lucius Otobus. Asterix zegt ondanks de belegering een ronde door heel Gallië te kunnen maken en uit elke streek een lekkernij mee te kunnen nemen. Als hij terug is zal hij de Romeinse leider uitnodigen, zodat deze kan zien dat het werkelijk gelukt is. Als dat het geval is zal de belegering opgeheven worden.

Asterix en Obelix vertrekken onder de dekking van een afleidingsmanoeuvre van de rest van het dorp. De Romeinen ontdekken wat er gebeurt is en zetten de achtervolging in om te voorkomen dat de Galliërs slagen in hun opzet. Al snel moeten ze vluchten voor Romeinen de gealarmeerd zijn over hun komst. Ze weten te ontsnappen en belanden op een schip naar Lutetia. Daar kopen ze een ham. Ook kopen ze een wagen zodat ze sneller kunnen reizen, maar al snel blijkt dat de wagen een slechte koop was. Hij valt uit elkaar en het paard blijkt zwak. Gelukkig komt er al snel een andere wagen langs, en ze besluiten dat de eigenaar van die wagen wel wilt ruilen.

Even later arriveren ze in Camaracum, waar ze kletskoek willen kopen, maar als ze dat willen doen komt er net een Romeinse patrouille langs. Met die Romeinen hebben ze niet veel moeite en de eigenaar van de kletskoek winkel is ook niet te beroerd om een handje te helpen. Ze kunnen hun reis dus al snel weer voortzetten. Vervolgens komen ze (bijna) zonder oponthoud in Durocortorum aan waar ze wijn willen kopen. Die wijn komt nog goed van pas als ze bij het verlaten van de winkel een lastige Romein tegen komen. Hem schieten ze neer met een kurk.

Ze vervolgen hun reis te voet door het bos, omdat het over de weg te gevaarlijk is geworden. Daar in het bos ruikt Obelix gebraden everzwijn en dan is hij niet meer te houden. Ze vinden een herberg en daar doen ze zich tegoed aan vele everzwijnen en doen vervolgens een dutje. Terwijl ze dat doen gaat de herbergier er vandoor om de Romeinen te waarschuwen en een grote beloning te innen. De Romeinen stormen de herberg binnen, maar daar ligt alleen Asterix te slapen. Hij wordt gevangen genomen. Obelix was net een wandeling aan het maken en is dus nog vrij. Als Obelix hier achter komt haast hij zich achter Asterix aan die naar Divodurum gebracht wordt.

Als Obelix daar aankomt besluit hij zichzelf in te laten rekenen door een Romein een "klein tikje" te geven. Deze zal hem dan zeker gevangen nemen en naar Asterix brengen. Dit blijkt echter nog niet zo simpel, want door het kleine tikje raakt de soldaat bewusteloos en die kan hem dus niet meer gevangen nemen. Uiteindelijk lukt het toch door zelf de gevangenis op te zoeken en de bewusteloze soldaat te laten zien. Als Asterix en Obelix weer samen zijn, weten ze de gevangenis direct weer te ontvluchten. De volgende bestemming is Lugdunum. Ze besluiten maar weer een wagen te "lenen" om hun reis te bespoedigen.

Ondertussen worden in Lugdunum maatregelen genomen om Asterix en Obelix niet verder te laten komen dan daar. Ze hebben namelijk al vernomen dat er Galliërs bezig zijn met een ronde door Gallië en willen daar een einde aan maken. Gelukkig voor onze vrienden was er bij het bespreken van die plannen een Galliër aanwezig die besluit zijn landgenoten te helpen. Hij zorgt dat ze met enige voorsprong weer verder kunnen en geeft hen ook een lekkere pittige worst mee.

Ze reizen door naar Nicae, maar de reis verloopt niet erg voorspoedig. Op de snelweg komen ze in de file te staan, dus besluiten ze maar een hapje te gaan eten in de herberg die vlak bij is. Ze reizen langzaam verder en als de file eindelijk oplost reizen ze volle vaart door naar Nicae. Daar kopen ze een salade en net als ze hun reis willen vervolgen naar Massilia doemt er weer een Romeinse patrouille op. Die weten ze te ontvluchten door de zee in te rennen en een bootje te "lenen". Ze arriveren al snel op hun volgende bestemming en daar halen ze een pot bouillabaisse. Een stel plaatselijke bevolkingslieden helpen hen weer aan een voorsprong als de Romeinen weer vlak achter ze zitten. Dit doen ze door een spelletje jeu de boulles te spelen, midden op de weg.

Zo kunnen onze vrienden zonder al te veel zorgen door reizen naar Tolosa, ze hielden er echter geen rekening mee dat de schemering maar kort duurt in het zuiden en dus is het opeens al nacht. Ze besluiten dus maar gewoon te gaan slapen. De volgende ochtend blijkt dat dit midden in een Romeins kamp was. Nadat ze alle Romeinen neer hebben geslagen bedenken ze dat het misschien wel handig is om zich gevangen te laten nemen, zodat ze door de Romeinen naar Tolosa gebracht zullen worden. Zo gezegd zo gedaan. Zodra ze Tolosa aankomen ontsnappen ze en kopen ze worstjes. Daarna vertrekken ze weer. De volgende bestemming is de stad Aginum.

Daar worden ze warm onthaald door alle bewoners, die door middel van plakkaten hebben ontdekt waar Asterix en Obelix mee bezig zijn en steunen hen daarin. Maar niet iedereen heeft goed in de zin. Een herbergier bied hen everzwijnen aan, maar Asterix is argwanend en laat hem eerst zelf proeven. De herbergier valt meteen in slaap en Asterix en Obelix besluiten dus maar met een lege maag verder te trekken.

Die nacht worden ze beroofd terwijl ze slapen, en dus zijn ze al hun lekkernijen kwijt. Al snel zijn ze de rovers op het spoor, maar die zijn dan net aangehouden door een Romeinse patrouille die denken dat de rovers Asterix en Obelix zijn. Ze besluiten hen op een afstandje te volgen en ze belanden in Burdigala. Daar hebben de mensen al vernomen dat Asterix en Obelix gevangen zijn genomen en iedereen is bedroefd, maar op het moment dat de rovers berecht worden komen Asterix en Obelix het plein op en dit zorgt voor flink wat opschudding. Met behulp van de bevolking weten ze de Romeinen te overmeesteren en pakken ze hun zak meet waren terug. Daar voegen ze nog oesters en burdigala bij. Dan hebben ze alles en kunnen ze terug keren. Ze vinden een aardige schipper die ook naar Armorica moet. Op zee komen ze weer eens dezelfde piraten tegen die zonder moeite kunnen worden afgeslagen.

In de haven hebben ze nog een klein probleempje met een stel Romeinen, maar daar hebben Asterix en Obelix niet al te veel moeite mee. Daarna zetten ze hun reis naar het thuisfront voort. Daar worden ze natuurlijk opgewacht door Romeinse soldaten, maar die weten het Asterix en Obelix ook niet moeilijk te maken. Thuis aangekomen laten ze Lucius Otobus zien wat ze bereikt hebben en deze houdt zich aan zijn afspraak. De Galliërs zijn weer vrij.